Alles wacht op jou
Dat printers vaak niet mijn vriend zijn, is niets nieuws. Ik dacht dat daar verandering in zou komen wanneer ik fotografie zou gaan studeren, maar niets bleek minder waar. Lo and behold: vandaag bengelden mijn dikke tranen neer op de Epson printers van Narafi.
Vier uur slaap en waterige ogen zijn geen uitzondering in deze periode van het jaar. Voor studenten in een kunstrichting betekent het aanbreken van de maand mei maar één ding.
(tromgeroffel)
Bijna tijd voor de jury.
Allez, twee dingen eigenlijk.
Bijna tijd voor de jury*, en
bijna tijd om te beseffen dat er ook nog examens volgen.
*Voor wie niet bekend is met het concept van ‘de jury’, zoals wij dat kennen:
Het is het moment waarop je geacht wordt te tonen wat je dat semester maakte voor je praktijkvak(ken). Je presenteert je werk, basically. Een jury - meestal een groep docenten, soms externen - komt dan kijken, luisteren en vragen stellen.
Zoals het kunstenaars in spe betaamt, is het vooral het uitgelezen moment voor een lekker potje zelftwijfel en existentiële crisis :-).
Vandaag, terwijl ik radeloos boven die dienst weigerende printers hing, vroeg ik me af waar toch plots dat tweede semester heen is. Toegegeven: langdurig ziek zijn heeft mijn tijdsbesef verwrongen. Het was een wilde rit, dit semester. Of eerder een kalme, maar doodenge rit, op een kapot karretje. Naast mijn tijd op dat kapot karretje bracht ik afgelopen maanden regelmatig - lamgeslagen door de maagpijn en het ontbreken van energie - een hele dag in bed door.
Afgelopen periode voelt dus even niet als eentje met grote creatieve doorbraken of enorme groeispurten. Het was er eerder een van volhouden en twee stapjes vooruit, eentje achteruit.
Foto's maken als je ziek bent vraagt, zoals je al kan raden, veel. Soms moet ik het verdriet om elke reeks die ik dit semester niet heb kunnen maken, elk idee dat ik niet heb kunnen uitvoeren, even toelaten. Zoals vandaag. Dit neerschrijven is een stukje verdriet toelaten. Voor mij schuilt er kracht in om te zeggen: ik heb niet gemaakt wat ik voor ogen had, niet gemaakt wat ik wilde maken. Ik leerde echter dat er nog veel meer kracht zit in loslaten wat je voor ogen had en daarmee durven stroomafwaarts te glijden.
Mijn eindwerk heeft nogal wat verschillende vormen gekend. Ik wilde eerst een documentairereeks maken over Charleroi, dan wilde ik portretten maken van schrijvers, toen weer zou ik een reeks maken over mentale gezondheid. (Van richting veranderen is toevallig één van mijn specialiteiten, mijn Miranda zegt dat ook altijd - )
Uiteindelijk ligt er nu een heel persoonlijke reeks, met foto’s als dagboekfragmenten van de afgelopen maanden. Omdat ik geen volledige dagen buiten kon doorbrengen is alles een beetje gemaakt in de periferie van de rust die mijn lichaam nodig had. De reeks heet ‘Alles wacht op jou’, en voelt heel erg als van mij, intuïtief en eerlijk.
Als je nieuwsgierig bent naar het resultaat, ben je van harte welkom op onze tentoonstelling in het Dudenkasteel, van 31 mei t.e.m. 2 juni, telkens van 10u-17u op de Victor Rousseaulaan 75 in Vorst. Als je graag hallo wil zeggen: ik ben zondag een hele dag aanwezig. Tussen 15u - 17u is ook de finissage.
Omdat de subsidies voor onze tweedejaarsexpo op Narafi geschrapt zijn, zamelen we geld in om van onze finissage toch nog een mooi feest te maken.
Als graag wil helpen, kan je via deze Gofundme pagina een bijdrage doen.
Mental health visit #4
Vorige week vond ik de tijd om mijn bezoeken verder te zetten. Eerder ging ik al langs bij Hugues, Niobé en Evangeline. Deze keer was ik welkom in het gezellige stekje van Lies Gallez. Lies is dichter en schrijver. We kennen elkaar omdat we wel eens samen hebben opgetreden, maar we zien elkaar niet zo vaak.
Lies schrijft prachtig. Wat mooier is: wat het leven ook op haar afgooit, ze houdt vol. Haar verteldrang vertaalde zich al in de verhalenbundel ‘Het water vangen’ en de dichtbundel ‘Honger, heteronormativiteit & het heelal’.
Met haar werk won ze o.a. de publieksprijs van de A.L. Snijdersprijs, de Hendrik Prijs-prijs en de TOTAALprijs. Prijsbeest met een hart van goud. Momenteel schrijft ze aan een derde boek.
de correlatie tussen knikkende hoofden en de norm
je zit in het café met bier. over het algemeen ben je gelukkig, iemand werpt een
vraag in je schoot: wanneer wist je eigenlijk dat je ook op vrouwen viel?
(ja, wanneer weten we dat? en hoe weten we dat? want dit voorzichtige voelen is
niet genoeg, voor dit gesprek met bier, voor dit café, voor deze wereld, voor deze
dronken gezichten moet je het ook weten.)
a. misschien was het donderdag. de vuilniskar schoof langzaam door de straat,
je dronk oploskoffie in de tuin, er zat een merel in de magnolia en toen wist je
het.
b. misschien was het zondag. je wilde geen jurkje aan. je wilde in het bos
spelen. je wilde tegen bomen praten onder een helderblauwe lucht en toen wist
je het.
c. misschien was het maandag, had je seks met een man terwijl je over seks met
een vrouw fantaseerde, of omgekeerd, misschien had je seks met beiden op
hetzelfde moment in een kamer in een vreemde stad en was het zo lekker en
toen wist je het.
d. misschien was het vrijdag en toen wist je het.
je probeert te begrijpen waarom anderen soms knikken en soms niet. je begrijpt
dat de aanvaarding van een norm vaak tussen knikkende en niet-knikkende
hoofden ontstaat.
je wil zeggen: ik word verliefd op de ziel.
je wil zeggen: de ziel, de ziel, de ziel.
en toen wist je het.
Uit: ‘honger, heteronormativiteit & het heelal’
Dat was het voor deze Los.
Tot de volgende <3
LJ